voorgeschiedenis
doelstelling
werkwijze
beleidsplan
fondswerving
nieuws
contact

p1

Sinds 2001 komen Richard Meitner en ik zeer regelmatig in Senegal. Wij zijn kunstenaar van beroep en aanleiding van onze eerste bezoeken aan de hoofdstad Dakar was een opdracht van de organisatie ‘Vereniging van Vrienden van Modern Glas’, om voor hen een jubileumobject te ontwerpen. Daar deze opdracht in het kader van samenwerking stond, besloten Richard en ik een derde kunstenaar bij het project te betrekken.

Het achter-glas-schilderen in Senegal fascineerde ons al langere tijd en bij een eerder verblijf in Dakar had ik contact gelegd met de schilder Malainy Sow. Wij benaderden hem om met ons samen te werken.
Gedurende onze bezoeken verdiepte het contact met Malainy en zijn uitgebreide familie zich. Hierdoor kregen wij ook meer inzicht in het reilen en zeilen van de Afrikaanse maatschappij.

Het was geen verrassing te ontdekken dat de Afrikaanse levensstandaard ver beneden de onze ligt. Maar het was shockerend te zien dat onze verworvenheden op bijvoorbeeld het gebied van het onderwijs, daar, bij verre na, niet benaderd worden. In Senegal bestaat de leerplicht (lees gesubsidieerd onderwijs) nog niet. Hierdoor gaat de helft van de Senegalese kinderen niet naar school.

Door onvoldoende financiële middelen gingen ook Malainy’s kinderen niet naar school. Aangezien Richard en ik onderwijs zien als een van de meest essentiële voorwaarden om de ontwikkelingslanden op den duur een betere toekomst te verschaffen, besloten wij de opleiding van de drie oudste kinderen, die toen 10, 9 en 5 waren, op ons te nemen. En van het een kwam het ander. Bij een volgend bezoek werden wij uitgenodigd de school, waar de kinderen Sow lessen volgden, te bezoeken.

De ‘Groupe Scolaire Laurent Kabuka’ bevond zich in een zeer arme voorstad van Dakar, Malika. Ondanks de enorme inzet van de docenten en het zeer betrokken oudercomité ontbrak het de school aan de meest essentiële zaken, zoals bijvoorbeeld lesmateriaal. Tevens stonden door gebrek aan financiële middelen de salarissen van de leraren regelmatig op de tocht en kon de ambitie om meer kinderen onderwijs te laten volgen, niet verwezenlijkt worden.
Dit alles vroeg om actie.

De reacties van familie en vrienden op onze verhalen bij terugkomst, sterkten ons in de gedachte dat we gezamenlijk veel voor deze school zouden kunnen betekenen. Wij besloten in 2002, samen met Tilly Hermans (uitgeverij Augustus) officieel een stichting in het leven te roepen, de Stichting Ams-Dak-Dunya.
Tot en met 2006 heeft de Stichting zich ingezet voor de ‘Groupe ScolaireLaurent Kabuka’. In eerste instantie konden wij voor de school op een zeer bescheiden niveau aankopen doen: schriften, pennen, lesmateriaal,een huisapotheek en per klas een paar sets leerboeken. Mede dankzij de gulle gaven van onze donateuren kregen wij langzamerhand een iets grotere bestedingsruimte. Hierdoor werd het mogelijk niet alleen in de jaarlijkse basale behoeften te voorzien maar ook een kleine schoolbibliotheek stichten.

p2

Het belang van een schoolbibliotheek is evident.
Daar de meeste ouders analfabeet zijn, bevinden zich in de ouderlijke huizen geen boeken, kranten of tijdschriften. Dit creëert bij de kinderen een aanzienlijke achterstand omdat zij niet of nauwelijks hun opgedane taalkennis kunnen oefenen.

Wat wij konden zien was dat dankzij de grote betrokkenheid van de directeur, Mendy William en zijn tomeloze energie de ‘Groupe Scolaire Laurent Kabuka’ een belangrijke plaats in de gemeenschap van Malika had verworven. Het was voor hem dan ook een enorme teleurstelling toen hij door de eigenaar van de school overgeplaatst werd naar een school in een andere wijk van Dakar, Pikine. Maar het sterkte hem ook in zijn ambitie een eigen lagere school te stichten.

In 2005 kwam hij dan ook met plannen en het verzoek of de Stichting Ams-Dak-Dunya het startkapitaal voor zijn school in Yeumbeul, Cité Comico, een wijk gelegen naast Malika, op zich wilde nemen. Daar wij enorm veel vertrouwen in hem hadden (en hebben) kwamen wij overeen ook deze school – Mikriche Kawara – onder de hoede van de Stichting te nemen.
De stichting heeft zeer beperkte middelen en is dus niet in staat meerdere projecten tegelijk doelmatig te steunen. Daarom hebben we begin 2007 onze steun aan de ‘Groupe Scolaire Laurent Kabuka’ afgerond, waardoor wij ons volledig konden concentreren op de ontwikkeling van ‘Mikriche Kawara’, de school van Mendy William.
Uiteraard zou ‘Laurent Kabuka’ meer voorzieningen kunnen gebruiken, maar mede door onze ondersteuning had deze school voldoende basis gekregen om verder zelfstandig te functioneren.

p3
De start van ‘Mikrich Kawara’, in oktober 2006, was bescheiden. De school bestond uit de eerste 3 klassen basisschool en begon met 50 leerlingen. Het werd al snel duidelijk dat de school moest groeien; de onderwijsinspectie zou alleen haar goedkeuring blijven geven als de school op niet al te lange termijn zou uitgroeien tot een volledige basisschool, met 6 klassen.
Tevens was duidelijk dat met slechts 50 leerlingen de kosten niet gedekt konden worden en dat groei ook noodzakelijk was om de ouders van leerlingen en potentiële leerlingen vertrouwen in de toekomst van de school te geven.

p9

Om tegemoet te komen aan de wens en noodzaak van groei financierde de stichting dan ook in 2007 de (provisorische) bouw van 3 extra klaslokalen. Door deze actie telde de school al snel 150 leerlingen en kon Mendy de huur, elektriciteit en de salarissen van de docenten uit eigen middelen betalen.
Bij ons bezoek zo’n half jaar later kwamen er talrijke problemen op tafel. De provisorische bouw van de extra klaslokalen was qua groei van leerlingen zeer succesvol geweest, echter deze lokalen waren opgebouwd uit stropanelen en karton, en dus zaten leerlingen en docenten in het natte seizoen in de regen. Op de 150 kinderen was er maar 1 toilet, zonder stromend water en het gebouw bleek zeer inbraakgevoelig, waardoor lesmateriaal en bibliotheekboeken verdwenen waren. Bovendien dreigde de eigenaar van het pand, daar het huurcontract in augustus zou aflopen, de huur op te zeggen. Al met al een onmogelijke situatie en het was ons duidelijk dat deze euvels snel verholpen moesten worden.

p10

Omdat de geschetste problemen op die locatie moeilijk oplosbaar waren, was Mendy al op zoek gegaan naar een andere plek voor de school.Vlak voor ons bezoek had hij perfect een pand, vlak achter de eerste locatie, gevonden. Een groot huis met ten minste 6 kamers/leslokalen, directiekamer, meerdere toiletten met stromend water, ruimte voor de kleuters, een bibliotheek en dikke ijzeren, inbraakbestendige deuren. Omdat de eigenaar het pand niet voor prive gebruik nodig had, zag het ernaar uit dat een verhuizing naar deze locatie ons schoolproject gedurende langere tijd veilig zou kunnen stellen. In de zomer van 2008 verhuisde ‘Mikriche’ dan ook naar de nieuwe locatie.

Via vrienden ontmoetten wij ook in 2008 Wies Kavelaar en Daan Kollmer, een jonge theatermaakster en haar partner, een jongen met gouden handen. Zij waren van plan Afrika te gaan verkennen, maar naast het reizen door verschillende Afrikaanse landen, wilden zij daadwerkelijk hulp bieden aan een Afrikaanse gemeenschap.
Wies en Daan hebben 3 maanden lang, samen met Mendy en enkele gemotiveerde ouders, hard gewerkt om de school niet alleen ‘bewoonbaar’ te maken, maar zij hebben het pand tot in de puntjes afgewerkt.

p11

Deze zichtbare betere locatie heeft ervoor gezorgd dat meer leerlingen zijn aangemeld. Op dit moment telt de school zo’n
175 leerlingen. Er zijn 6 basisklassen en 2 peuterklassen.
Tevens heeft de school zich in positieve zin al bewezen bij de staatsexamens: Mikriche heeft met de leerlingen hoge scores behaald.

Een andere wens kwam op. We merkten dat veel ouders, met name de moeders, analfabeet zijn. Het is van groot belang deze vrouwen scholing te geven, opdat zij op hun beurt hun kinderen kunnen ondersteunen en stimuleren. Ook zien wij te veel vrouwen die te afhankelijk zijn van hun echtgenoot, daar zij geen andere taal dan Wolof spreken, waardoor zij geen werk kunnen vinden. Daarvoor is meestal vereist dat ze Frans spreken en schrijven. Onderwijs kan daar verandering brengen. Wij vroegen Mendy Williams dan ook onderwijs aan volwassenen te gaan geven, in de avond- en weekenduren. Gestart in 2010 bouwt dit onderwijs zich heel langzaam uit. Drie jaar geleden waren er 8 volwassenen, nu volgen 15 volwassenen de lessen aan Mikriche. Er is zeker veel belangstelling voor het volwassenenonderwijs, maar veel potentiële leerlingen kijken nog even de kat uit de boom. Het spreekt zich rond!

Bij onze bezoeken in de afgelopen jaren aan de school waren Tilly, Richard en ik zeer onder de indruk van de ontwikkeling van de school. ‘Mikriche Kawara’ heeft een belangrijke plaats in de gemeenschap van Yeumbeul verworven. De school staat niet alleen open voor de direct betrokkenen, maar betoont gastvrijheid naar de hele gemeenschap. Voorbeelden hiervan zijn de openings- en sluitings ceremonies van het schooljaar, waarbij iedereen uit de wijk welkom en betrokken is en de ‘openbare’ schoolbibliotheek.

p12

Ondanks al dit positieve nieuws zijn er zeker ook zorgen.
In principe worden de lopende zaken van de school nu redelijk gedekt door de inkomsten die de school heeft van de jaarlijkse inschrijvingen van de leerlingen en de maandelijkse schoolgelden. Echter, de eerste opzet van de school was uiterst basaal, en in het kader van uiterst beperkte middelen en mogelijkheden is het uitbouwen tot een volwaardige school een langdurig proces, waarbij veel hulp nodig blijft.

We zijn ervan overtuigd dat onze activiteiten in Senegal voor de ontwikkeling en de toekomst van de kinderen en hun families aldaar van uitermate groot belang zijn en zullen wij ons blijven inzetten voor deze gemeenschap in Yeumbeul.

En we hopen zeer dat anderen die onze overtuiging delen en betrokken willen zijn bij een noodzakelijk project dat onderwijs biedt aan kinderen en hun ouders, onze Stichting willen steunen.

Mieke Groot